ANALYSE – Donald Trump wil fabrieken en banen terughalen naar de VS. Handel is “bijna” een kwestie van oorlog, zo zei de aanstaande president van de Verenigde Staten dinsdag.
Als een echte ‘dealmaker’ spreekt Trump bedrijven persoonlijk aan als hij vindt dat ze productiefaciliteiten naar terug moeten halen naar de Verenigde Staten – of in ieder geval bestaande fabrieken in de VS moeten houden.
Het is nog veel te vroeg om te zeggen hoe dit uitpakt: luisteren bedrijven echt naar Trump? En legt die werkelijk strafmaatregelen op tegen ondernemingen die zijn eisen naast zich neerleggen?
Voorlopig is vooral sprake van een wederzijds pr-offensief. Zo sloot Trump een ‘deal’ met de firma United Technologies om een fabriek van dochter Carrier deels in de VS te houden. Het oorspronkelijke plan was de fabriek naar Mexico te verplaatsen, wat 1.800 Amerikaanse banen zou kosten.
Volgens Amerikaanse media houdt Carrier bij de heroverweging per saldo 800 banen in de VS en gaan er dus duizend verloren – voor het behoud van die 800 banen krijgt het bedrijf 7 miljoen dollar aan belastingvoordelen, uitgesmeerd over tien jaar.
Ouderwetse staatssteun dus.
Trump en de maker van de iPhone
Een volgende testcase dient zich aan. Trump heeft zware kritiek gehad op Apple, dat onder meer de iPhone laat maken in China en omstreken. Belangrijkste toeleverancier is het Taiwanese bedrijf Foxconn.
Rond de productie van de iPhone is een hele infrastructuur opgetuigd: een combinatie van relatief goedkope Chinese ingenieurs en honderdduizenden flexibele werkkrachten die min of meer op afroep in korte tijd de productie van telefoons kunnen opschalen en ook afbouwen. Lees meer hierover in dit artikel.
Flexibiliteit is essentieel voor de vluchtige smartphonemarkt en het is niet eenvoudig om een stukje Azië in de Verenigde Staten na te bootsen.
Opvallend is dan ook dat persbureau Bloomberg deze week meldde dat iPhone-bouwer Foxconn zou overwegen een serieuze investering te doen in de Verenigde Staten. Foxconn bevestigde dat er discussies plaatsvinden met de Amerikaanse autoriteiten. Eventuele plannen gebaseerd zullen zijn op "wederzijds aanvaardbare" uitgangspunten, aldus het Taiwanese bedrijf.
Mocht het tot een investering in de VS komen, dan is het interessant om te volgen wat de Taiwanezen precies voor ogen hebben. Het lijkt niet logisch om een geïsoleerde fabriek in de VS neer te zetten voor de assemblage van elektronica, als die niet dezelfde flexibiliteit heeft als in China.
Foxconn zou het ook over een andere boeg kunnen gooien door bijvoorbeeld een faciliteit voor onderzoek & ontwikkeling in de VS kunnen bouwen; of een sterk gerobotiseerde fabriek, waar arbeidskosten minder een rol spelen.
Politieke retoriek en financiële substantie
Opnieuw is hier de vraag of een bedrijf over de streep zal worden getrokken om te investeren in de Verenigde Staten, in ruil voor grote belastingvoordelen.
Als Trump een klassiek model van staatssteun volgt, is de prijs van het scheppen van industriële banen een hogere belastingdruk - en dus minder koopkracht - voor de Amerikaanse bevolking; of een stijging van de staatsschuld, als Trump fiscale subsidies voor bedrijven niet compenseert met belastingverhogingen elders.
Analist Bill Tsai, werkzaam voor adviesbureau Mega International Investment Services, waarschuwt tegenover Bloomberg dat grootschalige verplaatsing van industriële activiteiten naar de VS lastig zal zijn. En maakt daarbij een filosofische opmerking: "Politics is temporary. business is permanent".
Kortom, het gaat om méér dan de pr-retoriek van de aanstaande Amerikaanse president.